verzadigd groen
de zoete geur van gekneusde planten
vandaag ben ik licht
we rennen om te herinneren
we rennen om ons te herinneren
we zoeken de plek waar wij
we zoeken de plek waar we voor het eerst
misschien in een vorig leven
het moet hier
het moet hier ergens zijn
wij twee sprinten onze voeten voorbij
voor een buitenstaander lijkt het alsof we elkaar willen
aftroeven, toch gaan we niet om-ter-snelst
onder mijn gewicht kraken karkassen van gevallen soldaten
gesneuvelde twijgjes en takken, een kever en bladeren
als een huid die knispert onder het juk van de tijd
hun bodem een rustoord
op het tempo van een dansbaar nummer
bonst mijn hart in mijn slapen
op de achtergrond zingen vogels
een vergeten lievelingslied
de varens houden hun adem in
een bos is een surround system
en een gesneuvelde herinnering
wij twee sprinten onze voeten voorbij
we laten grote delen woud achter ons
als in een stripverhaal
scheert een stapel groene lijnen langs onze zijde
voor een buitenstaander lijkt het alsof we elkaar willen
aftroeven, toch rennen we niet om-ter-snelst
het moet hier ergens zijn
we rennen om te herinneren
we rennen om ons te herinneren
waar we elkaar eerder zagen
we zoeken een plek
we zoeken de plek waar we voor het eerst
misschien in een vorig leven
maar het moet hier ergens zijn
voel jij dat ook
hoe de ander plaats inneemt
de lucht tussen gekneusde ribben
de nacht die valt als een dikke trui
we rennen niet meer
ik leg je hand op mijn hals
en dan struikelen we
twee dobbelstenen op hun kant
wie valt er eerst
hoeveel ogen zijn er nodig
hoeveel zijn we samen, wat is onze waarde
hoeveel vergeten kan iemand verdragen